Waarom bonsai tapsheid verliezen

Waarom verliezen bonsai tapsheid?

Tamarix

Een van de vragen waar veel mensen mee zitten als ze met bonsai beginnen is “Waarom is de tapsheid van bonsai zoveel groter dan in gewone bomen?”. “Waarom verliest mijn boom zoveel tapsheid tijdens het opkweken?”. In andere woorden: Waarom moet ik zo extreme veel tabsheid in mijn bonsai hebben bij het opkweken?

Tijdens het groeien van bomen wordt de stam dikker

Ik weet het. Dit voelt nogal vanzelfsprekend. Een levende boom. De energie die opgenomen wordt, wordt omgezet naar suikers. Dat wordt dan weer gebruikt bij de bouw van plantmateriaal. Allemaal vrij vanzelfsprekend. Om voedingsstoffen en water door de plant te verspreiden gebruikt de plant Xyleem en Floëem. Elk jaar maakt de boom een nieuwe ring Xyleem aan waardoor de boom dikker wordt. Het floëem aan de buitenkant van het cambium bouwt de bast op. En hoe meer fotosynthese een plant bedrijft, hoe meer de plant groeit (Zie ook waarom stammen dik worden).

Hoe kunnen we stamdikte definiëren?

Je kan op twee manieren naar de dikte van een stam kijken. De meest vanzelfsprekende is gebruik maken van de diameter. Dit is wat je immers van de zijkant ziet. Dus als je elk jaar de diameter meet, weet je hoeveel de boom groeit. Dit is wat meestal bedoelt wordt als over stamdikte gesproken wordt.

Oppervlakte in plaats van diameter

In dit artikel wil ik kijken naar de dikte als bepaald door het gehele oppervlakte van de stam dwarsdoorsnede. In andere woorden, als ik een zaag zou nemen en de stam horizontaal door zou zagen en het oppervlak zou bepalen van de zaagsnede, hoe groot is dit dan? Dit is met een makkelijke formule goed te benaderen, dus maak je geen zorgen: Ik ga je niet vragen je boom door te zagen!

Om dit oppervlak bij benadering te berekenen ga ik er even vanuit dat de stam die we bekijken perfect rond is. Uiteraard zijn maar zeer weinig stammen perfect rond. Maar voor de uitleg is dit wel de makkelijkste benadering. Om de oppervlakte van een cirkel te bereken (π is het getal 3.1415…):

Oppervlakte is = π * ( ½ Diameter) 2

Hoe is stamgroei verdeeld in de plant?

De hoeveelheid groei van de tam op een bepaalde plek is direct afhankelijk van de hoeveelheid “groen” boven dat punt. Voor jonge planten (zaailingen, waterloten) is er een direct verband tussen de diktegroei van de stam, en de hoeveelheid zon & de lengte van de stam. Bij oudere bomen met meerdere zijtakken is de dikte van de stam direct afhankelijk van de hoeveelheid licht, en de totale grootte van de boomkroon.  Daarop gebaseerd kan je zeggen dat de toename in dikte gedefinieerd bij oppervlakte van een stamdeel tussen twee opvolgende takken, of tussen de grond en de eerste tak over de hele lengte van de stamdeel gelijk is. Dit lijkt soms niet zo te zijn.

Als we nu kijken naar de tapsheid van de stam. Wat betekent dit? Laten we een voorbeeld stam nemen. De dikte vlak boven de wortels is 10 cm. Direct onder de laagste tak is de dikte 5 cm. De plant laten we een jaar groeien. Het is een goed jaar, en de boom wordt direct onder de eerste tak 5 cm dikker. Wat gebeurt er met de rest van de stam? Is de stam bij de grond nu ook 5 cm dikker geworden? Nee. Die is maar 3 cm dikker geworden!

Ik heb getracht alles een beetje overzichtelijk in een tabel te zetten, zie hieronder. Ik zal je niet vervelen met de exacte berekeningen. Effectief heb ik de formule hierboven omgedraaid zodat je op basis van de oppervlakte, de diameter kan berekenen. Met beide formules beschikbaar heb ik eerst berekend wat het oppervlak is bij een diameter van 5 en 10 cm dikte. Dat is de toename van dikte bovenin de boom (58,9 cm2. Als je dat verschil optelt bij het oppervlak van de basis in jaar 1 (78,5) krijg je het oppervlak in het tweede jaar (137 cm). Daar kan je dan de diameter in het tweede jaar van berekenen (13,2 cm).

berekening van stamdikte

De belangrijke conclusie die je hieruit kan trekken is dat hoewel bovenin de stam de diameter met 100% is toegenomen (5 naar 10cm), de basis van de stam maar met 32% is toegenomen (10 naar 13,2 cm). Het verschil in dikte is dus afgenomen, zoals in percentage, als in absolute zin. Dit is niet zo erg bij een ontwikkelde bonsai: Daar zal je nooit zulke extreme verdikking hebben. Immers, we laten te takken in de kroon niet verdikken. Maar in het begin, als je bezig bent met het opbouwen van de stamlijn en de takverjonging kan je hier wel problemen mee krijgen.

Het risico om tapsheid kwijt te raken.

Bij het opkweken van stammen laten we de top doorgroeien om zo stamverdikking te krijgen. Hetzelfde doen we met takken. Als je de basis tapsheid van de stam hebt opgekweekt, vermindert langzaam maar zeker de tapsheid door de takken te laten schieten. Zorg ervoor dat je daarom de takken niet te ver door laat groeien.

Laat een berichtje achter